CURSUSSEN VOOR VOLWASSENEN     CURSUSSEN VOOR KINDEREN     LEZINGEN     RONDLEIDINGEN     REIZEN     SCHOOLPROJECTEN     PUBLICATIES     ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK

 

 

Lezingen

Startpagina

 

Home     Nieuws     E-mail   

TOPSTUKKEN  UIT HET RIJKSMUSEUM VAN OUDHEDEN TE LEIDEN

 

In deze lezing maakt u kennis met de Egyptische collectie van het Rijkmuseum van Oudheden in Leiden. Het museum werd in 1818 gesticht door koning Willem I en heeft zijn wortels in de Hogeschool van de Leidse universiteit aan het Rapenburg, het zogenaamde Theatrum Anatomicum: aan het begin van de 17e eeuw was hier namelijk al een Egyptische mummie te zien!

 

De eerste directeur van het museum was Caspar Jacob Christiaan Reuvens (1793-1835). Hij kreeg de moeilijke taak om de bescheiden verzameling in Leiden uit te bouwen tot een museum van oudheden van nationale allure. Dankzij de belangstelling van Willem I en een royale financiële ondersteuning kon Reuvens een groots verzamelbeleid voeren. Hij slaagde erin om tussen 1826 en 1828 drie belangwekkende particuliere verzamelingen aan te kopen: die van de Vlaamse koopman Jean de Lescluze uit Brugge, de collectie van Maria Cimba en de verzameling van Giovanni d’Anastasi, de consul-generaal voor de Scandinavische landen in Egypte en een vertrouweling van de Egyptische onderkoning Mohammed Ali.

 

Onder Reuvens’ opvolgers werd er heel wat minder aangekocht. Toch wist het museum nog de nodige fraaie stukken te bemachtigen en bleef de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden gedurende de rest van de 19e eeuw groeien.In 1893 schonk de Egyptische overheid aan het Nederlandse museum een aantal mummiekisten en andere grafvoorwerpen, die kort daarvoor bij Thebe waren ontdekt. In 1902 kreeg de verzameling opnieuw een impuls, dankzij de schenking van de mastaba-kapel van Hetepherachet door Mr. A. Goekoop. Ook het koningshuis toonde belangstelling voor het Leidse museum. Zo kon in 1928 de schitterende torso van koningin Hatsjepsoet aan de collectie worden toegevoegd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

.

 

 

 

 

 

 

In de jaren vijftig begon het museum zelf in Egypte te graven. Zo verwierf het veel materiaal van een vroeg-historisch grafveld bij Aboe Roash, vlakbij Cairo, en van twee nederzettingen bij Aboe Simbel.Bovendien speelde het Rijksmuseum van Oudheden een actieve rol bij de door Unesco georganiseerde internationale reddingscampagne in Nubië, waar door de aanleg van de Aswandam tussen 1960 en 1964 veel monumenten onder water dreigden te lopen. Het Leidse museum hielp met noodopgravingen en de ontmanteling en verplaatsing van diverse monumenten. In 1969 kreeg Nederland als dank de tempel van Taffeh cadeau.

 

In 1975 ging het museum op het woestijnplateau van Sakkara met opgravingswerkzaamheden aan de slag. Nog ieder jaar worden er in de uitgestrekte necropolis van het Nieuwe Rijk nieuwe ontdekkingen gedaan. Daardoor is het mogelijk gebleken een deel van de oorspronkelijke vindplaatsen te achterhalen van de in de 19e eeuw door het museum verworven stukken.

 

In de lezing staan de topstukken uit de Egyptische collectie centraal. Zo wordt de bovengenoemde offerkapel uit de mastaba van ambtenaar Hetepherachet bekeken, waarvan de kalkstenen wanden hoofdzakelijk bedekt zijn met scènes uit het dagelijkse leven. Bovendien is er aandacht voor de verschillende beeldhouwwerken uit de verzameling, zoals het granieten beeld van rechter Anch, het basalten schrijversbeeld, het roodgranieten tempelbeeld van koningin Hatsjepsoet en de prachtige grafbeelden van Maya en Merit uit de 18e dynastie.

 

Verder komen de schitterende reliëfs uit het graf van ambtenaar Mery-Mery en uit het graf van generaal Horemheb aan bod. Maar ook de (dieren)mummies, de mummiekisten en de dodenboeken worden belicht. Tot slot wordt de bijzondere tempel van Taffeh besproken.